In de wereld van de eendagskoersen wekken maar weinig namen zoveel discussie op onder wielerfans als Mathieu van der Poel, Peter Sagan en Tom Boonen. Elk van hen heeft een unieke erfenis opgebouwd in de kasseienklassiekers en heuvelklassiekers, maar de vraag blijft: wie draagt werkelijk de kroon van het klassiekerkoningschap?
Tom Boonen wordt vaak gezien als de maatstaf, met vier zeges in Parijs–Roubaix, drie overwinningen in de Ronde van Vlaanderen en een opmerkelijk vermogen om sprints te winnen na loodzware koersen. Zijn palmares zit vol met Monumenten en constante podiumplaatsen gedurende meer dan een decennium.
Peter Sagan, de showman van het peloton, bracht een mix van bravoure en veelzijdigheid. Hoewel hij “slechts” één keer Parijs–Roubaix en één keer de Ronde van Vlaanderen won, geven zijn drie wereldtitels, zeven groene truien in de Tour de France en zijn veelzijdige zeges hem een breder erelijst.
Mathieu van der Poel, de moderne superster, heeft geen tijd verspild om op te klimmen—met zeges in Parijs–Roubaix, tweemaal de Ronde van Vlaanderen, Milaan–San Remo en het wereldkampioenschap. Zijn explosieve dominantie in de afgelopen seizoenen suggereert dat hij beide legendes nog kan overtreffen.
Of je nu duurzaamheid, veelzijdigheid of pure dominantie waardeert—de strijd om de klassiekerkroon is nog lang niet b
eslist.