In een schokkende wending in wat een glorieuze terugkeer naar het mountainbiken had moeten worden, zag de Nederlandse wielersuperster Mathieu van der Poel zijn comeback tijdens de UCI XCO World Cup in Nové Město na Moravě abrupt worden afgebroken. De 29-jarige kwam in de eerste minuten van de wedstrijd twee keer ten val en kreeg later de diagnose van een scafoïd-avulsiefractuur en een beschadigde band. Maar nu heeft de situatie een nieuwe wending genomen – zijn vader, Adrie van der Poel, uitte al ernstige zorgen over mogelijke interne sabotage of materiaalpech voordat de wedstrijd überhaupt was begonnen.
“Er was iets mis voordat hij überhaupt van start ging”
Adrie, voormalig wereldkampioen veldrijden en een gerespecteerde stem in de wielerwereld, nam geen blad voor de mond. In een gesprek met lokale Nederlandse media en teaminsiders suggereerde hij dat de valpartij van zijn zoon mogelijk niet geheel te wijten was aan een fout van de renner of gewoon pech.
“Er was een intern probleem vóór de wedstrijd begon”, zei Adrie. “Er klopte iets niet met de afstelling van de fiets en dat baart me zorgen. Ik zeg niet dat iemand ermee geknoeid heeft, maar ik kan het niet uitsluiten totdat alles grondig gecontroleerd is.”
Hoewel hij er niet voor terugdeinsde iemand rechtstreeks te beschuldigen, hebben Adrie’s opmerkingen een golf van speculatie veroorzaakt onder wielerfans en experts. De Nederlandse Wielersportbond (KNW) nam zijn zorgen naar verluidt serieus; ingenieurs en mecaniciens controleren nu al het materiaal dat gebruikt is tijdens de Tsjechische ronde van de World Cup.
De problemen van Mathieu begonnen slechts enkele minuten na het startsignaal. Toen hij buitenom probeerde in te halen, schatte hij een lijn verkeerd in en raakte hij de omheining, waardoor hij de controle verloor. Maar het was de tweede valpartij – op een technisch pumptrackgedeelte – waar hij met geweld over het stuur werd geslingerd, die zijn lot bezegelde. Zichtbaar geschokt klom hij weer op de fiets, maar haakte halverwege af.
Op beelden was te zien dat hij zijn pols vastgreep, wat later bevestigd werd door een avulsiefractuur en blessure aan zijn ligamenten. De blessure brengt zijn deelname aan het Critérium du Dauphiné in juni en mogelijk ook aan de Tour de France ernstig in gevaar.
Achter de schermen beschreven bronnen dicht bij het trainingskamp van Alpecin-Deceuninck de stemming als “gefrustreerd en emotioneel”. Deze wedstrijd stond op Mathieu’s kalender als een belangrijke mijlpaal in de aanloop naar de Olympische Spelen in Parijs, waar hij naar verwachting ook aan de mountainbike-discipline zal deelnemen. De crash – en nu de onzekerheid over de oorzaak ervan – heeft het trainingskamp in rep en roer gebracht.
Adrie’s suggestie van een mogelijk mechanisch defect of verkeerd gebruik van de uitrusting door de teamstaf verhoogt de druk alleen maar in een toch al gespannen situatie. Interne onderzoeken zouden gaande zijn om productiefouten, slechte montage of zelfs kwaad opzet uit te sluiten.
De weg naar herstel – fysiek en mentaal
Artsen hebben Mathieu geadviseerd rust te nemen en druk op zijn pols te vermijden, waardoor zijn schema onzeker is. Hoewel de fysieke blessure met tijd en behandeling te behandelen is, kan het herstel van de psychologische klap langer duren – vooral gezien de emotioneel geladen aard van de crash en de publieke zorgen van zijn vader.
Ondanks de tegenslag hebben fans zich op sociale media rond Van der Poel geschaard en zijn accounts overspoeld met steunbetuigingen. Velen hebben Adrie van der Poel geprezen voor zijn uitspraken, en betoogd dat in een sport met hoge inzetten als wielrennen geen enkel probleem – hoe ongemakkelijk ook – genegeerd mag worden.
Nu de wielerwereld nauwlettend toekijkt, zullen alle ogen nu op twee fronten gericht zijn: Mathieu’s weg naar herstel en de uitkomst van het onderzoek naar de toestand van de fiets vóór de wedstrijd. Als Adrie’s vermoedens kloppen, zouden de gevolgen schokgolven door de mountainbikewereld kunnen sturen.
Tot die tijd is één ding duidelijk: dit was niet zomaar een crash. Het zou het begin kunnen zijn van iets veel groters.
