De wielerwereld dacht dat ze het laatste van Wout van Aert’s dominantie hadden gezien na een nachtmerrie vol blessures en tegenslagen. Een verbrijzelde sleutelbeen, gebroken ribben, knieproblemen die hem mank door de trainingen lieten strompelen — voor veel renners zou dat het einde van hun topdromen betekenen. Maar niet voor Van Aert.
De Belgische superster heeft een bom laten vallen: zijn seizoen 2026 wordt niets minder dan legendarisch. Na een achtbaanjaar in 2024 en een bitterzoet 2025 richt Van Aert nu zijn vizier op de grootste prijzen van allemaal — de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en het WK op de weg in Montreal. Insiders beweren dat hij een “wraaktour” plant die zo furieus zal zijn dat het de huidige hiërarchie in het wielrennen volledig kan doen wankelen.
“Ze denken dat ik klaar ben. Ze hebben ongelijk,” zou Van Aert naar verluidt tegen ploeggenoten hebben gezegd tijdens een verhitte teammeeting. “2026 is MIJN jaar. Niemand houdt me tegen.”
En de cijfers liegen niet. Vroege geruchten uit de trainingskampen suggereren dat Van Aert al vermogenswaarden trapt die zijn pre-crashvorm evenaren. Ondertussen zouden rivalen zoals Tadej Pogacar en Remco Evenepoel “nerveus” worden van de terugkeer van de Belg op volle kracht. Een bron binnen het peloton omschreef het zelfs als “de comeback van de eeuw die in de maak is.”
Maar kan Van Aert de pijn van de afgelopen jaren echt omzetten in de glorie die hij al zo lang najaagt? Als het plan werkelijkheid wordt, kunnen fans getuige zijn van een seizoen waarin hij de kasseien bedwingt, de Grote Rondes domineert en eindelijk het regenboogtricot draagt dat hem zo vaak ontglipte.
Eén ding is zeker: het vuur brandt weer in de ogen van Van Aert, en 2026 zou zomaar het jaar kunnen worden waarin wielergeschiedenis herschreven wordt.