De dominantie van Tadej Pogačar in het moderne wielrennen wordt vaak vergeleken met die van de legendes uit het verleden, en in 2024 bewees de Sloveen dat zulke vergelijkingen meer dan terecht zijn. Door het winnen van twee Monumenten – Luik–Bastenaken–Luik en Il Lombardia – én het wereldkampioenschap op de weg, voegde hij zich bij een van de meest exclusieve clubjes in de wielerhistorie.
Slechts een handvol renners heeft ooit deze zeldzame combinatie in één seizoen weten te behalen. Eddy Merckx, de meest iconische allrounder in de sport, zette destijds de standaard door regenboogtruien te koppelen aan Monumentoverwinningen. Rik Van Looy, beter bekend als de “Keizer van Herentals”, en Tom Boonen, de Belgische klassiekerspecialist, slaagden er eveneens in. En heel recent verbaasde Mathieu van der Poel het peloton in 2023 met zeges in Milaan–San Remo, Parijs–Roubaix én het wereldkampioenschap.
De toevoeging van Pogačar aan dit illustere lijstje benadrukt zijn status als dé renner van zijn generatie. Meer dan alleen een ronderenner heeft hij bewezen dat hij ook de grootste eendagskoersen kan domineren en een volledig seizoen op het allerhoogste niveau kan presteren.
Met zijn campagne van 2024 heeft Pogačar niet simpelweg een nieuw hoofdstuk aan zijn carrière toegevoegd – hij heeft zijn naam gegrift naast Merckx, Van Looy, Boonen en Van der Poel in het gouden pantheon van de wielersport. En met het oog op 2025 is de vraag niet langer of hij thuishoort tussen de groten, maar hoe ver hij de grenzen van de grootheid nog kan verleggen.